"Als Arthur met hoge snelheid per ambulance naar het ziekenhuis wordt gebracht, is hij er zeker van dat hij bezig is het leven te verlaten. Bijna vanaf de andere zijde overziet hij wat hij achterlaat, en vraagt zich af of het genoeg is"--Back cover.
Naast de familie Sievez woont Henk Wielheesen, een jongen wie het spreken altijd moeilijk is afgegaan, en die bevriend is met zoon Ruben. Henk is nog jong als hij wordt overgeleverd aan de grillen van zijn stiefmoeder, en het is door toedoen van het buurgezin dat hij in veiligheid wordt gebracht. Als de stiefmoeder op gruwelijke wijze sterft, komt Henk werken in de kas van vader Sievez. Jan Siebelink volgt Henks eenvoudige leven, dat zich voornamelijk op het erf van zijn huis afspeelt. 'Henk Wielheesen stond aan het hek, met de haan afwisselend op zijn hand of schouder. Op dit moment schoof het dier heen en weer over zijn arm en hand. Het pikte met snelle bewegingen onder zijn vleugels.' In De buurjongen lezen we een heel leven, tot aan de dood, in kleine en veelzeggende details.
Gaf Siebelink in Knielen op een bed violen een ontroerend portret van zijn vader, in De overkant van de rivier , voor het eerst uitgekomen in 1990, staat zijn moeder centraal. Subtiel en vol sfeertekeningen brengt de schrijver de hoofdfiguur Hanna tot leven. Vanuit het perspectief worden de veranderingen in haar geboortestreek beschreven: in de voor de auteur kenmerkende sensitieve stijl wordt het landschap aan de rivier aanschouwelijk gemaakt.
De jonge leraar Jeroen Swijgman krijgt een baan op een school in een klein stadje vlak bij zijn geboorteplaats. Onder de collega's heerst een haatdragende sfeer en er heeft zich een incident voorgedaan waarbij een van hen met een schaar is bewerkt. Tegen zijn wil raakt Swijgman bij de ingrijpende gebeurtenissen betrokken, en aan het eind van het boek leidt dat tot het uitvoeren van een noodlottige daad.